Christiaan Lakerveld & Sara Marie van Veen
Christiaan en Marie Lakerveld boden van juli 1944 tot de bevrijding onderdak aan de 18-jarige Esther Duis (later Spuit) in hun huis in Wilnis, Utrecht. Esther werkte onder een valse naam als inwonend dienstmeisje bij de familie van dominee dr. Cornelis Brouwer.
Toen zijn gezin naar Utrecht moest verhuizen, vond Cornelis een onderduikadres voor haar bij de Lakervelds. De Lakervelders verdienden een bescheiden inkomen als groente- en fruittelers. Onder normale omstandigheden hadden ze zich nooit een dienstmeisje kunnen veroorloven. Niettemin namen ze Esther in huis, wetende dat ze joods was, en betaalden haar hetzelfde zakgeld dat ze had gekregen toen ze voor Cornelis werkte. Hoewel Esther hielp met de huishoudelijke taken, kreeg ze ook voldoende vrije tijd. Er werd een speciale schuilplaats voor haar gebouwd, die ze slechts één keer gebruikte toen een Duitse soldaat bij het huis kwam om wat fruit te kopen. Marie werd een vriendin en een moederfiguur voor Esther. Tijdens de oorlog hielden de Lakervelds ook twee oudere joodse vrouwen enkele maanden verborgen. Ook sloot Chris zich in het laatste jaar van de oorlog aan bij een verzetsgroep die sabotagedaden pleegde. Ook verborg hij wapens die door Britse vliegtuigen waren gedropt in de kassen bij zijn huis.
Op 26 oktober 1982 erkende Yad Vashem Christiaan Lakerveld en zijn vrouw Sara Marie Lakerveld-van Veen als Rechtvaardigen onder de Volkeren.